Zondag 19 januari 2020

De hamer op bezoek bij… Freek van Workum

Tekst: Joey Papaioannou | Foto's: Joey Papaioannou en onbekend

Waar de inmiddels oud-voorzitter Wim Witjes nog wekelijks in het zwembad te vinden is, geldt dat niet voor zijn voorganger. Freek van Workum is niet iemand van de schijnwerpers; op internet is er geen foto van hem te vinden, op onze site wordt hij maar één keer vermeld en in het zwembad zul je hem niet gauw tegenkomen: ‘Zwemmen is nooit mijn ding geweest en door mijn gezondheidsproblemen ben ik liever niet in het zwembad’. Hoewel hij nu in onzichtbaarheid en anonimiteit leeft, is dat in het verleden wel anders geweest: ‘In de tijd dat ik voorzitter was had op het stadhuis en bij Sportfondsen zo’n beetje iedereen een hekel aan mij’. 

Hoi Freek! Jij was tussen 2010 en 2013 toch de voorzitter van Aqua-Novio’94? 

‘Ja, ja dat klopt.’ 

Maar ik heb ergens vernomen dat jij ook al eerder bij Aqua-Novio’94 betrokken was? 

‘Ja. Zoals iedereen weet kan ik eigenlijk helemaal niet zwemmen. Ik heb verschillende keren wel een zwemcursus aangeboden gekregen, maar ik heb daar eigenlijk helemaal niks mee.’ begint hij te vertellen.  

‘Ik woonde destijds pal naast het Goffertbad. Ik had vier kinderen en zwemmen vonden ze leuk. Toen dreigde het Goffertbad dicht te gaan vanwege bezuinigingen. Ik werkte toen op de stadsredactie van de Gelderlander en op een gegeven moment kwamen er gebruikers van het zwembad met een persbericht waarin ze een actie aankondigden tegen de sluiting. Dat deden ze zo amateuristisch dat ik dacht: “Goh, misschien moet ik ze maar een handje helpen, wilde het ergens toe gaan leiden”’  

‘Toen ben ik op de achtergrond me er tegenaan gaan bemoeien. Dat had zowaar resultaat. Dat kwam natuurlijk niet in de laatste plaats omdat ik voortreffelijke contacten had. Bij de Gelderlander maakte ik zelf de teksten en de koppen; uiteindelijk bleef het Goffertbad dus gewoon open.’ 

Hoe kwam je dan bij Aqua-Novio’94 terecht? 

‘Nou, de redding van het Goffertbad viel op bij de zwemvereniging Pluvius. Er waren toen een aantal zwemverenigingen in Nijmegen die altijd ruzie met elkaar hadden gehad (Zeus, NZC’21 en Pluvius red.). Bij Pluvius ging het heel erg slecht, de vereniging was eigenlijk zo’n beetje ingestort. Toen werd ik benaderd door Eric Gabriël en Georg Dietrich of ik geen voorzitter van Pluvius wilde worden.’ 

“(…)”het lelijke eendje, uitgegroeid tot de grootste en de financieel gezondste van de zwemverenigingen!

En toen ben je inderdaad voorzitter geworden? 

‘Ja. Dankzij een groepje heel goede mensen lukte het Pluvius weer uit het moeras te trekken. Dat was in 1990. In dat jaar heb ik tegen de andere verenigingen gezegd: “Eigenlijk moeten we het over een andere boeg gooien: we moeten samengaan. De problemen zijn nu het meest acuut bij Pluvius, maar je zult zien dat er onder de invloed van de tijd ook problemen gaan ontstaan bij NZC en Zeus.” Daar hadden ze in het geheel geen oren naar in 1990. Toen was er alleen nog maar de weg om zelfstandig te groeien. Dat lukte wonderwel. In de loop van 1992/1993 was Pluvius, het lelijke eendje, uitgegroeid tot de grootste en de financieel gezondste van de zwemverenigingen!’ 

En toen? 

‘Toen heb ik die zwemverenigingen weer benaderd om nader te komen tot samenwerking, met uiteindelijk doel een fusie. Toen hadden ze er ineens wel oren naar.’ zegt hij lachend. ‘Toen was alles bij ons perfect geregeld en hadden zij de problemen die wij in 1990 hadden! 

‘In 1993 is er een startgemeenschap tot stand gekomen (een samenwerking tussen verenigingen waar ze samen als één team uitkomen red.). Meteen daarna hebben we een stap verder gezet en dat leidden per 2 april 1994 tot een nieuwe vereniging’. 

1 april… 

‘1 april?’ zegt Freek verrast. ‘Ja, ja dat klopt. 1 april.’ 

‘Van die fusievereniging Aqua-Novio’94 ben ik nog een half jaar voorzitter geweest. In datzelfde bestuur zaten ook onder meer de voorzitter van Zeus (Harm Potjewijd) en van NZC’21; het was een heel zwaar bestuur.’ 

‘In de loop van 1994 heb ik gezegd: “nou is het mooi geweest, nou trek ik mezelf terug”. 

‘Het laatste wat ik heb gedaan is een slot op de begroting zetten. Onder meer door de reserve van de vereniging te beschermen door bepalingen in de statuten en het huishoudelijk reglement.  Omdat je natuurlijk niet wilt dat door potverteren de problemen zich herhalen, wat ze natuurlijk toch altijd doen…’.   

En in 2010, toen dacht je: 'ik heb er weer zin in?' 

‘Nee dat dacht ik helemaal niet!’ zegt hij verbaasd. ‘Daar had ik eigenlijk helemaal geen zin in. Maar ik heb me toch laten verleiden om te praten met het overgebleven bestuur. Ik ben eigenlijk een beetje op het verkeerde been gezet. De problemen waren nog véél groter dan aanvankelijk verteld was. Er was echt sprake van een crisissituatie. Er moest onmiddellijk wat gebeuren en er was kennelijk geen alternatief voor mijn persoon.’ 

Dus de vereniging was blij met je komst? 

‘Nou…’ zegt Freek aarzelend, ‘Ik ben in de eerste instantie voorzitter ad-interim geworden in juni 2010. Dat leidde onmiddellijk al tot heisa. Want hoewel de problemen groot waren, was niet elke afdeling van mening dat ik voorzitter kon worden. Alleen de Algemene Ledenvergadering kan immers een voorzitter benoemen. Een voorzitter is belangrijk uiteraard, die heeft bijzondere bevoegdheden. Toen hebben we een gaatje gevonden in de statuten. Het toenmalige rompbestuur heeft een commissie aangewezen met één lid, dat was ik, en deze commissie kreeg als taak: alle taken en bevoegdheden overnemen van de zittende voorzitter, tot de eerstvolgende jaarvergadering van de club. Heel bijzonder, maar op zich correct.’ 

In de jaren voor het aantreden van Freek ging het financieel niet goed met onze vereniging. In 2008 en 2009 was er beide jaren een tekort van ongeveer 20.000 euro. In 2010 was er een tekort van 22.000 euro. De reserves waren vrijwel op. Mede door het drama met een grote partij clubkleding die onbruikbaar en onverkoopbaar bleek omdat niet de juiste maten waren geleverd. De hele partij kleding diende afgeschreven te worden. 

In 2009/2010 werd het Dagelijkse Bestuur (DB) langzaam, ongewild, uitgedund. Haike Jacobs, de voorzitter, viel uit door gezondheidsredenen. Penningmeester Thomas Verbeek moest het in zijn eentje doen. Hij deed zijn best, deed het werk met man en macht, maar redde het niet alleen en trad terug in het voorjaar van 2010. In de eerste bestuursvergadering van Freek als voorzitter stond dan ook een belangrijk punt op de agenda: het Dagelijks Bestuur uitbreiden naar 5 leden.  

En dan staat je een hele zware klus te wachten… 

‘De dag na de eerste bestuursvergadering ben ik onmiddellijk aan de slag gegaan. In het voorjaar van 2010 waren de deelbegrotingen van de afdelingen voor het nieuwe seizoen gepresenteerd. De totale inkomsten waren begroot op ongeveer 200.000 euro. De uitgaven in de deelbegrotingen beliepen ongeveer 271.000 euro. Met andere woorden: er was een voorzienbaar tekort van 71.000 euro, bovenop de verliezen van de eerdere jaren. Als je daar als bestuur mee akkoord gaat, dan teken je voor je dood. Dat kun je een kruis slaan. Wat we deden: inkomsten maximaliseren en bezuinigen op alles wat los en vast zit; het seizoen verkorten, badwater dat inefficiënt gebruikt werd schrappen, alle franje wegsnijden, declaraties tegen het licht houden, en natuurlijk zorgen dat de totaal gedemoraliseerde vereniging weer aan het werk ging. Er zijn in een paar maanden heel veel dingen gebeurd, te veel om te benoemen.’ 

We zijn Dagobert Duck niet’

Wat is je in die periode het meest bijgebleven? 

‘Nou, het was niet voldoende hè, alle maatregelen die we troffen. Net als 20 jaar eerder bij Pluvius hebben we daarom het hele zwembadgebeuren eens goed tegen het licht gehouden. Kernpunt en een structureel probleem waren de kosten van de zwemsport. Zwemmen in Nijmegen bleek in alle sommetjes duurder dan elders en véél en veel duurder dan de andere sporten in Nijmegen. Eigenlijk… ik zal het je even voorrekenen.’ Freek pakt een stuk papier en begint te schrijven: ‘Een voetbalvereniging had het altijd beter, stel je voor: je hebt 5 velden, daar betalen ze dan 2000 euro huur voor per veld per jaar. Dan hebben ze een “accommodatielast” van ongeveer 10.000 euro per jaar. Aqua-Novio had in 2009 aan badwaterkosten alleen al een uitgave van 130.000 euro. Stel nou dat in 2010 de huren van sportaccommodaties met 10% stijgen, dat rekent makkelijk, 10% van 10.000 euro dan stijgt de last naar 11.000 euro. 10% stijging bij 130.000 euro is 13.000 euro. Dan zit je ineens op 143.000 euro. Als dat een jaar later weer zo gaat, en het jaar daarna ook en als dat 20 jaar zo gaat, dan worden die verschillen groter en gróter én gróter en op het gegeven moment zijn ze echt kránkzinnig gróót, en precies zo werkt het óók als huurverhogingen veel lager zijn, bijvoorbeeld 3%.’ 

Freek stelde de directie van Sportfondsen in augustus en september 2010 voor om samen met de andere zwemverenigingen bij de gemeente te pleiten voor lagere badwaterhuren en voor Aqua-Novio’94 een noodverband te leggen. Maar de directie wees dit in een gesprek af. Sportfondsen had zelf problemen en kon niets voor Aqua-Novio’94 betekenen. Freek: “Toen kwamen de alternatieven die we al verkend hadden aan bod. Hoofdvariant was minder badwater huren bij Sportfondsen, maar helaas waren er elders te weinig mogelijkheden. Toen hebben we ingezet op een veel verdergaand plan: een eigen zwembad, waarbij het oog viel op het Goffertbad. Idee was het Goffertbad te overkappen met een blaashal en te zijner tijd nieuwbouw te realiseren. Om dit te financieren stelden we de gemeente voor om de plannen voor nieuwbouw van zwembad Oost te schrappen.”

Het bestuur en de ledenvergadering van Aqua-Novio waren het met Freek eens. ‘Toen zijn we gewoon keihard actie gaan voeren: voor een eigen zwembad en voor verlaging van de badwatertarieven met 30%! We stonden als club met de rug tegen de muur. Het was erop of eronder.’ 

Op 7 oktober 2010 stuurde Freek de onderstaande mail naar de leden. Voor het stadhuis stonden een paar dagen later tientallen leden in tenue mét spandoeken. Met leuzen als ‘Aqua-Novio’94 zwemt in water, niet in geld’ en ‘We zijn Dagobert Duck niet’ trokken we de aandacht van het stadhuis én van omstanders. De demonstratie gaf een duidelijk signaal af, maar de problemen waren niet zomaar voorbij.  

Na oktober 2010 duurde het nog een jaar of 3 voor Aqua-Novio weer in rustiger vaarwater kwam. Geruime tijd weigerde de gemeente de bittere verwijten van Aqua-Novio’94 serieus te nemen. Maar langzaam maar zeker veranderde dit. Freek: ‘Het is zeker twee jaar knallende ruzie geweest met Sportfondsen, en ook met de gemeente Nijmegen die Sportfondsen vele jaren lang niets in de weg legde. Sportfondsen regelde het goed voor zichtzelf, maar slecht voor ons. Maar goed, na veel gedoe zijn uiteindelijk de gewenste lagere huren er gekomen. En de relatie met de gemeente is nu prima. Wel is het lange termijndoel nog niet verwezenlijkt. Een nieuw 50 meter bad dat aangestuurd wordt door de belangrijkste gebruikers. Dat dient het streven te blijven.’ 

Saai was het niet in zijn periode als voorzitter, zo veel is duidelijk. Driftig vertelt hij verder: ‘Het schoolzwemmen werd afgeschaft, dat was een enorme tegenvaller voor Sportfondsen. Zij dachten dat te compenseren door ons het leszwemmen op de zondagochtend af te pakken. Nou, als het leszwemmen weggaat bij Aqua-Novio’94, dan kan de club niet overleven. Dan is het van het ene op het andere moment einde rit. Dus wij weigerden iedere medewerking. Waarna Sportfondsen onze mensen op zondagochtend de toegang tot het bad weigerde. Dat werd niet gepikt waarbij enkele klappen vielen. Onder dreiging van een kort geding besloot Sportfondsen uiteindelijk onze rechten te respecteren. Dat gebeurde overigens pas op het allerlaatste moment en na veel gedoe. Tja, dat ging echt hard tegen hard.’

Clubliefde en liefde voor de sport; en als mensen dan ook nog samenwerken, dan is alles mogelijk.”

Is dit ook waar je het meest trots op bent? Dat je die dingen hebt opgelost? 

‘Het is mooi en goed dat de boel überhaupt nog bestaat, ja! Een zwemvereniging is nooit af. Alles is cyclisch, het gaat op en neer, maar in het afgelopen decennium was er een opgaande lijn. Op de ledenvergadering in september 2010 hebben we de oude systematiek van werken volledig veranderd. En ook is er toen een visie geaccordeerd. Dat visiestuk was één kantje A4 met de targets van de volgende jaren. Een van die targets was in 2015 behoren tot de 10 beste en sportief sterkte en grootste verenigingen van Nederland. In 2015 was Aqua-Novio’94 inderdaad een gevestigde zwemvereniging. Iedereen in de zwemwereld kent Aqua-Novio nu.’

Freek benadrukt dat de wederopstanding van de club te danken was, en is, aan tal van leden, vaak aan vrijwilligers zonder officiële functie. ‘In alle wedstrijdafdelingen zaten prima mensen, na de dip van 2010 waren er door de hele verenigingen nieuwe plannen en initiatieven. De club gooide de luiken open en was vijf jaar na de crisis een gewaardeerde gesprekspartner van de gemeente en van bijvoorbeeld de Gelderse Sportraad’. Seizoen na seizoen werden er meer prijzen gewonnen en groeide het aantal jonge talenten. ‘Het echte werk’, aldus Freek, ‘gebeurt bij een zwemclub aan en in het water’’, waaraan hij naar eigen zeggen 0 procent heeft bijgedragen (hij kan niet eens zwemmen). Freek: ‘De vrijwilligers bij het leszwemmen, daar had ik de grootste affiniteit mee. Clubliefde en liefde voor de sport; en als mensen dan ook nog samenwerken, dan is alles mogelijk.”

Toen brak 2013 aan en het ging beter met de vereniging. Toen dacht je: het is goed geweest? 

Freek twijfelt: ‘Ja, de problematiek van 2010 was een heel eind opgelost. Daarbij kreeg ik gaandeweg ook meer problemen met mijn gezondheid. Wat zeker ook een rol heeft gespeeld is dat ik terug wilde naar meer normale verhoudingen van de club met de gemeente, met Sportfondsen en met de andere zwemverenigingen. Ik heb enkele jaren flink ruzie gehad met ambtenaren, wethouders, raadsleden, en anderen. Ik vond bijvoorbeeld dat ambtenaren buiten hun bevoegdheden traden en dat de wethouder het dossier niet kende. En dat de ingehuurde deskundige niet onpartijdig was. En dat het college van B&W de gemeenteraad niet altijd volledig informeerde. En dat bij enkele andere grote subsidieontvangers in Nijmegen dezelfde problemen speelden als bij Sportfondsen; weglekkende middelen, te nauwe banden met te lang zittende ambtenaren.  En zo nog het een en ander. Met zulke kritiek maak je je niet populair. Dus toen Aqua-Novio’94 het hoofd weer boven water had, besloot ik te vertrekken. Wim Witjes was niet besmet en werd door iedereen gewaardeerd. De besturen onder zijn leiding hebben het daarna prima gedaan.’

Vind je dat erg? Dat je vertrokken bent terwijl mensen een hekel aan je hebben? 

‘Nee, nee, nee. Iedereen in de stad met kennis van zaken begreep na verloop van tijd dat ik op vrijwel alle kritiekpunten gewoon gelijk had. Vandaar dat er nadien ook zo veel dingen veranderd zijn. Bovendien: ik had het sowieso niet heel veel langer willen doen. Op een gegeven moment is het gewoon klaar natuurlijk. En daarbij, eerlijk gezegd, de lucht in zwembaden vind ik niet om te harden, dat heb ik altijd al gevonden. En toen ik dus problemen kreeg met mijn gezondheid, werd dat alleen maar erger. Ik functioneer nu het best bij 16 á 18 graden, liefst met lichte regen en wind. In een zwembad ga ik inmiddels geheid van mijn stokje.”  

Als jij de leden van onze vereniging iets zou willen meegeven, wat zou dat dan zijn? 

‘Dat ze de handen uit de mouwen moeten steken! Vaak is het zo dat er meer tijd wordt besteed aan roddel of aan kritiek op weet ik veel wat. Als alle tijd die wordt stukgeslagen aan geouwehoer en geklets, wordt gebuikt om bijvoorbeeld zwemles te geven, dan zou dat een enorme slok op de borrel schelen. Als de oudere vrijwilliger er mee ophoudt, of gewoon doodgaat, en er is geen nieuwe aanwas, dan ontstaan er grote problemen. Als te veel mensen het te lang laten afweten, is er geen toekomst.’  

Wim wilde graag van jou weten hoe je terugkijkt op je voorzitterschap. ‘Wat heeft hij geleerd en wat zou hij anders doen achteraf?’ 

‘Ik denk niet dat ik veel anders zou doen. Ik heb van niets spijt. Ook niet van de ruzies. Het was nodig, het zat vast en ik moest het openbreken, de club had het anders niet gered.’ 

Heb je ook iets geleerd? 

‘Kijk als voorzitter…’ Freek denkt na: ‘Als voorzitter moet je niet iemand nemen die een passant is. Je moet iemand hebben die al bekend is met de vereniging, die de historie kent. Je wil niet dat de problemen zich herhalen. Zorg dat er in ieder dagelijks bestuur een oudgediende zit en dat er genoeg ondersteuning is. En wees zuinig op je vrijwilligers. Ook als iemand zijn taak niet goed uitvoert. Misschien heeft dat een goede reden. Vind anders een andere taak. Wijs nooit iemand af, werk samen. Heb wat geduld.”

Wim vroeg zich nog af: waar is de originele voorzittershamer gebleven? 

‘Ja, die is er nog wel. Die ligt hier ergens in een boekenkast, achter een rij boeken. Ik denk op mijn werkkamer. Als ik hem vind, krijgt de club de hamer uiteraard terug.’   

Wil je nog iets toevoegen? 

‘Op naar het 50-jarig jubileum!’